In de middag komen we met de bus aan bij het parkeerplaatsje van de Jumbo. We klappen de huiskamer uit op de stoep naast het basketbal- en voetbalveld. Er zijn veel kinderen en jongeren op de been, sommige voetballen, anderen zitten op bankjes eromheen te kletsen of laten elkaar dingen zien hun telefoon. We krijgen bezoek van allerlei mensen: buurtbewoners, kinderen en ook jonge mannen van “wijk 7” zoals ze het zelf noemen. Er wordt thee gedronken, gekletst, en einde middag draaien sommige jongens een jointje. Het is tenslotte vrijdagmiddag: het weekend begint en er gaat hoe dan ook ergens gechilled worden.
Het is rustig totdat Luca en Danilo bij ons op visite komen. Deze stoere jongens komen net van het hardlopen. Luca draagt een lichte jogging broek, z’n haar strak naar achteren gestreken en een kruisje om zijn nek. Danilo een zwarte joggingbroek en een zwart petje. “We sliepen gister niet voor 04:00 maar we staan om 13:00 ready om hard te lopen. Geen smoesjes.” zeggen ze trots. Ik vraag hen wat hier de beste plek is om te chillen. “De skuur” zeggen ze lachend. Kennelijk heeft Danilo een garage waar ze met veel vrienden afspreken die ze tot “de skuur” hebben gedoopt. “Het is een echte man cave.” zeggen ze lachend. Ze vertellen dat ze ook vaak samenkomen met vrienden bij het “indianendorp” dat ze ook vaak kort “indianen” noemen. “We maken soms ook een vuurtje bij indianen.” Ik zie om de een of andere reden gelijk een soort tribe voor me, waar allemaal jonge stoere jongens fikkie stoken als een soort indianenstam.
Ik vraag ze hoe de sfeer is hier is in Daalmeer. “Nou, we krijgen hier vaak te zien hoe het niet moet.” zegt Luca. “Maar je leert ook van de fouten van je broer.” vult Danilo aan. Er komen wat andere jongens bijzitten. Ze hebben net allemaal lekkere dingen gehaald bij de Jumbo. Sommige zijn op de scooter, anderen op de fiets. De hele woonkamer is gevuld met stoere jongens. Veel komen net terug van vakantie en daar wisselen ze wat verhalen over uit. Ik vraag ze naar hoogtepunten die ze hebben meegemaakt in de wijk. Luca vertelt “Om die kleine jongens bij de skatebaan te leren skaten. Dat voelt echt goed. Het is een fijne plek daar. Als het ff niet zo lekker loopt in je leven is dat een plek waar je je thuisvoelt.”
Dyque van 18 vertelt over een huisfeestje die hij hield met zijn zus toen zijn ouders er niet waren. De politie kwam aan de deur vanwege de overlast. “Was wel een vet feestje” zegt hij lachend. De groep jongens wordt even afgeleid; Er rijdt een jongen heel hard langs op de scooter die later een wheelie doet. “ZOOOO!!!” roepen de jongens. “Even mans doen hoor, tering.” Er wordt een bal uit een fietstas getoverd en een paar jongens gaan achter de Thuisblijversbus voetballen. Er komen weer andere jongens aangelopen. Ze geven elkaar allemaal de boks en mij keurig een hand en stellen zich voor. “Ik heet Seb dat schrijf je S-E-B. Volgens mij hebben mijn ouders die naam uit VTwonen of zo.” Op de bank wordt een jointje gedraaid en een van de jongens verteld dat hij eigenlijk naar de verjaardag van zijn schoonfamilie moet maar nog geen zin heeft. Een andere jongen steekt een verhaal af met ‘kanker dit… en kanker dat…’ “Hee, denk om je taalgebruik!” roept een van de jongens terug. “Sorry man…” wordt gemompeld. We lachen erom. De joint gaat de woonkamer rond. “Soort vredespijp is het eigenlijk…” zeg ik: “Roken jullie ook vaak vredespijpen bij indianen?” De jongens lachen. Ik voel een soort broederschap terwijl de joint voor mijn neus wordt doorgegeven aan de volgende. Stoere tribe, maar ze zijn ook echt lief.