Neeltje komt aangefietst in een mooie lange jurk. Ik ken haar van vroeger dus roep haar enthousiast. Altijd leuk, weerzien na een lange tijd. Ze zet haar fietst voor haar huis die naast onze woonkamer staat en graaft zoekend in haar tasje: “Shit, mijn sleutels vergeten…” Ze komt bij ons op visite tot haar vriend thuiskomst met de sleutels.
We kletsen bij over de afgelopen jaren. Haar vier kinderen die steeds groter worden, haar nieuwe huis, nieuwe liefde, fotografie opleiding. Bij mij is er ook van alles veranderd sinds we elkaar voor het laatst zagen. “Gek he, dat het leven verder gaat en er van alles veranderd en toch ook niet? Als ik je nu zo zie lijkt er helemaal niet zo veel tijd verstreken.” “Ach,” zegt Neeltje: “ik ben ook nooit iemand geweest die het allemaal weet. Het is altijd zoeken dus je maakt van alles mee. Mijn vader heeft dat ook.” Ik ken haar vader en vind dat een leuk chaotisch en inspirerende man. “Ja, dat eeuwig zoeken… zo voelt het voor mij ook.” antwoord ik. “Mijn vader zegt altijd: geluk is blij zijn met sperziebonen. Dat lukt mij vaak ook niet hoor, maar het is wel zo.” zegt Neeltje. “Ja, eigenlijk wel he…” antwoord ik: “Dat zoeken en stuntelen doen we toch wel. Blij zijn met de gewone kleine en dagelijkse dingen voelt vaak goed.” Later in de supermarkt die avond vallen mijn ogen op de sperziebonen. Ik leg ze in mijn mandje en niemand snapt waarom ik lach.