Rick (38) stapt nieuwsgierig met zijn twee zoontjes Vosse (7) en Djiro (8) bij ons binnen. Ze dragen allemaal wat ik zou noemen “chill kleding” lekker los en comfortabel en ze zien eruit alsof ze een lekker vakantiedagje thuis houden met z’n drie. Ze komen nieuwsgierig af op onze muziek en ploffen gauw neer op onze bank in de hitte om wat limo te drinken. Rick is wetenschapscommunicatie adviseur. Zijn hobby? ‘Mensen bevragen waarom ze geloven in wat ze geloven en dat kan van alles zijn.’ Interessante hobby, denk ik bij mezelf. Op dat moment komt de buurman van de hoek Marcel ook op visite en voor ik het weet zijn de buurmannen in een diepe discussie belandt over pijnbestrijding via elektrische schokjes. Ik zie Vosse en Djiro een beetje afdwalen (en ik houd het gesprek zelf ook niet meer bij) dus Vosse, Djiro en ik oefenen radslagen in het gras.
Later in de middag komen Rick, Vosse en Djiro terug met vers gebakken koekjes voor ons allemaal! Een hele bakplaat vol! Iedereen die nog in de huiskamer is neemt gulzig een koekje. Ze zijn super lekker. Langzaam kletsen Jim de documentaire maker en ik verder met Rick over zijn interessante hobby: want hoe bevraag je mensen naar wat ze geloven en wat is daar interessant aan?
‘Heel veel mensen zoeken naar wat hun bestaande idee al bevestigd.’ vertelt Rick. ‘Maar niet wat het eventueel zou kunnen ontkrachten. En dat is het aller moeilijkste- het is ook moeilijk voor jezelf om te doen. Misschien heeft die persoon wel helemaal gelijk over zijn theorie of religie of gevoel. Dat zou natuurlijk helemaal goed kunnen. Maar waar ik wel van schrok is dat als ik vraag wat zou je eventueel hypothetisch kunnen horen waardoor je zegt nu zou ik mijn theorie overboord moeten gooien zeggen mensen vaak: niks.’
Interessant vinden Jim en ik. We komen op het onderwerp “toeval’. Ik vertel: ‘Ik dacht laatst aan mijn opa en toen ging een vlinder op mijn knie zitten. Het voelde alsof het geen toeval kon zijn.’ Rick denkt even na en antwoordt: ‘Maar had je dat ook gedacht als een vogel over vloog? Of een trein voorbij reed?’ Hmm. Daar moet ik even over nadenken. ‘Ze noemen het ook wel confirmation bias (bevestigingsvooroordeel). Je gaat op zoek in het leven naar dingen die je verhaal bevestigen.’ zegt Rick. ‘Ik ben niet de enige die deze hobby heeft, het heet street epistemology. Ik doe het ook wel eens met jullie he?’ zegt Rick tegen zijn twee zoons.
‘Ja, ik ben Spiderman.’ zegt Djiro. ‘Ja, en ik ben een alien.’ zegt Vosse.
‘Ja, en hoe weet je dat zeker?’ vraagt Rick lachend.
‘Omdat ik dít kan!’ zegt Vosse. De jongens beginnen op onze bank te klimmen en aan de balken van onze huiskamer te hangen. ‘Kijk maar pap: Spiderman’s vallen niet!’ We beginnen allemaal te lachen en eten nog meer koekjes van de bakplaat. ‘Papa, kijk met een hand!’ roept Vosse. ‘Ik vind je een verdomd echte Spiderman’ lach ik. ‘Dat moet wel écht waar zijn.’
We eten de laatste koekjes op. Een vlinder landt op de tafel. Een vogel vliegt over. Een trein raast voorbij. Zo maar.