Twee broers Dirk en Peter, een zus en een buurvrouw komen aangelopen. De familieleden dragen alle drie rode sjaaltjes en komen met veel bombarie en een soort carnavalssfeer de woonkamer ingestapt. Hard lachend en pratend, want ‘Zij hebben wel een verhaal te vertellen!’
Bob, en Roel gaan er ook bij zitten, twee buurtbewoners van Stompetoren.
Ik heb het gevoel alsof ik op een familieverjaardag ben beland; in een kring zitten opeens 6 mensen met koffie en koekjes door elkaar heen te kwebbelen. De zus en twee broers zitten naast elkaar op de bank met eigenwijze ogen naar me te kijken.
‘Nou’ zeg ik. ‘Ik ben wel erg benieuwd naar jullie verhaal, kom maar op!’
‘Wij hebben vandaag de jaarlijkse Grafdag’ zegt Dirk lachend. De rest lacht mee.
‘Wij gaan jaarlijks met de hele familie naar de begraafplaats hier om de hoek. Dan gaan we de familiegraven pimpen! We verven, soppen, en maken alle graven van onze familie weer schoon en mooi. De dames die halen dan nieuwe bloemetjes en planten en wij halen onkruid weg, als t nodig is een likkie verf, zodoende. Ondertussen liggen er hele generaties, onze vader en moeder, ooms en tantes, broers en zusters. Het is ons jaarlijks uitje, en daarna hebben we natuurlijk een gezellig samenzijn met elkaar.’
Jullie zien er heel vrolijk uit voor een grafdag, zeg ik.
‘Ja maar we gaan daar ook niet in treurnis heen. De dood is onvermijdelijk, maar we vinden dit wel leuk om te doen, en het is wel bijzonder want m’n vader en moeder leggen d’r, m’n overgroot ouders leggen d’r, mijn tantes, ooms en broertjes en zusjes.’
‘En nog een leuk detail, we hebben ook een adoptiegraf!’
‘Het adoptiegraf verhaal gaat als volgt’ Zegt peter.
‘We kwamen daar, en bij twee graven was iemand begonnen met schilderen maar het werd nooit afgemaakt. Na een jaar nog niet. Dat ken dus een paar dingen betekenen, of ze zijn overleden, of ze zijn verhuist, of ze hebben d’r geen zin meer in, maar goed. Wij wisten het niet, want er stonden geen namen bij. Het was een kindergrafje. Elk jaar namen we ook dit grafje mee.’
‘Een tijd later kwamen we weer langs en toen stond er een bloemetje bij, er was dus toch iemand die het graf bezocht. Wij wilde zo graag weten wie daar bij hoorde, “ook omdat we een speciale band hadden gekregen” dat we de gemeente aan het werk hebben gezet om er achter te komen bij wie dit grafje hoorde. Maar de gemeente mocht niks vertellen wegens privacy maar via via via kwamen we er achter.’
‘We zijn naar het desbetreffende huis gegaan en er zat een man in zijn stoel, toen we aanbelde en vertelde wie we waren was hij zo ontzettend blij en ontroerd, hij begon meteen te huilen. Wat bleek nou? Daar lag zijn zusje. Hij kon het graf zelf niet meer bijhouden maar was zo blij ons te ontmoeten, ondertussen deden wij dit al jaren en hij zag dat het onderhouden werd maar wist ook niet wie het deed.’
Peter neemt het verhaal over van Dirk;
‘Wat bleek nou, ze woonden in een huis vlakbij de melkfabriek hier, er was onweer, en hij zat met z’n zusje bij de kachel toen opeens de schoorsteen naar beneden viel op z’n zusje van 15 jaar oud. Zij was opslag dood en hij mankeerde niks. Z’n eigen zussie, dat was natuurlijk heel erg heftig. Hij is inmiddels ook overleden, maar z’n vrouw woont er nog steeds, die vind het ook prachtig dat wij het graf hebben geadopteerd.’
‘Het was op de dag dat wij het grafje ontdekte al zo mysterieus, wij werden er gelijk naartoe getrokken en voelde dat we hier iets mee moesten, en nu hoort ze nog steeds bij ons, we gaan er zo weer naartoe. Ondertussen hebben we trouwens ook foto’s van t meissie gezien, en weten we haar naam, dat is wel heel bijzonder en persoonlijk.’
De familieleden vertelden dit verhaal met trots en vol liefde aan mij en de rest van de buurtbewoners. Ze drinken hun koffie op en moeten gaan, de andere broers en zussen staan namelijk te wachten bij de begraafplaats om hun jaarlijkse grafdag te beginnen.
Ik heb nog nooit zulke vrolijke en positieve mensen gezien op een grafdag, stralend lopen ze weg en roepen naar de rest dat ze altijd welkom zijn eens langs te komen.
Wat een grafdag zeg.